Uitspraak
2 juni 2015
Strafkamer
nr. 15/00399 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegane beschikking van het Gerechtshof te Arnhem van 8 januari 2008, nummer 21/004023-07, ingediend door mr. W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, namens:
[aanvrager] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967.
1 De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft bij beschikking van 8 januari 2008 beslist dat het hoger beroep tegen het vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Arnhem van 10 oktober 2007 waarbij de aanvrager ter zake van 1. "mishandeling" en 2. "niet voldoen aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden, hem opgelegd bij art. 2 van de Wet op de identificatieplicht" is veroordeeld tot een geldboete van € 170,-, subsidiair 3 dagen hechtenis, en tot een geldboete van € 50,-, subsidiair 1 dag hechtenis, buiten behandeling wordt gelaten.
2 De aanvraag tot herziening
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3 De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het herzieningsverzoek.
4 Beoordeling van de aanvraag
De aanvraag zal niet tot herziening kunnen leiden, reeds omdat de beslissing tot het buiten behandeling laten van het hoger beroep niet is een uitspraak houdende een veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv. De aanvraag kan daarom - gelet op art. 465, eerste lid, Sv - niet worden ontvangen. Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 18 ziet de Hoge Raad geen ruimte voor de in de aanvraag bepleite extensieve uitleg van evengenoemde bepaling.
5 Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 juni 2015.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.