E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2016:2771
Hoge Raad, 15/03038

Inhoudsindicatie:

Mensenhandel. Art. 273f.1.1 Sr. Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie a.b.i art. 273f.1.1 Sr? HR herhaalt ECLI:NL:HR:2009:BI7099: voor de vervulling van de delictsomschrijving is niet nodig dat de ander daadwerkelijk wordt uitgebuit; het oogmerk van uitbuiting van die ander volstaat. Dat X na overbrenging naar NL niet het door verdachte en zijn mededaders beoogde werk heeft verricht (prostitutie) staat aan vervulling van de delictsomschrijving niet in de weg. Het Hof heeft vastgesteld dat X op het moment dat zij naar NL kwam om te werken noch over voldoende financiële middelen noch over woonruimte beschikte en dat zij de NL-taal niet machtig was. ’s Hofs oordeel dat uit deze feitelijke omstandigheden volgt dat X zich op dat moment t.o.v. verdachte en de mededaders in een afhankelijke positie bevond en dat bij verdachte en de mededaders bij het werven, vervoeren, overbrengen en huisvesten van X derhalve sprake was van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van de kwetsbare positie van X a.b.i. art. 273f.1.1 Sr, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie