Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling voor (het medeplegen van) een aantal diefstallen.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 10/740533-16

Datum uitspraak: 10 maart 2017

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,

zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gehecht in de PI Ter Apel,

raadsman mr. A.J.M Bommer, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 10 maart 2017.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.J.V. Pols heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;

veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest.

4 Waardering van het bewijs

4.1.

Bewezenverklaring zonder nadere motivering

Het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.

4.2.

Bewijswaardering feit 4

4.2.1.

Standpunt verdediging

De raadsman heeft bepleit dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte dit feit tezamen en in vereniging met een ander heeft gepleegd zodat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken.

4.2.2.

Beoordeling

Op de camerabeelden van de ‘ [naam hotel] ’ van 15 mei 2016 is te zien dat man 1 (van wie de verdachte erkent dat hij dat is) met een tweede man zit te praten. Ook is te zien dat de verdachte de tas van een vrouw die achter hem zit – de aangeefster [naam aangeefster] – pakt en doorzoekt. Vervolgens bleek de portemonnee van aangeefster zich niet meer in die tas te bevinden. Op grond van de camerabeelden en de verklaring van de verdachte concludeert de rechtbank dat de verdachte degene is geweest die de portemonnee heeft weggenomen.

Uit de camerabeelden, of overigens uit het dossier, blijkt niet van enige betrokkenheid bij deze wegnemingshandelingen van enig ander dan de verdachte. Gelet daarop acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte de diefstal tezamen en in vereniging met een ander begaan heeft.

4.3.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan.

In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.

De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:

1.

hij op 05 oktober 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rugzak, inhoudende

- een portemonnee (kleur oranje) en

- een laptop (merk Apple) en- een geldbedrag ter hoogte van 5000 euro en

- een APEC Travel Card en- drie paspoort(en),

itoebehorende aan

- [naam slachtoffer 1] en/of

- [naam slachtoffer 2] en/of

- [naam slachtoffer 3] en/of

- [naam slachtoffer 4] ;

2.

hij op 27 oktober 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rugzak, inhoudende

- een portemonnee (kleur zwart) en

- drie betaalpassen en

- een rijbewijs en

- een identiteitskaart en

- een geldbedrag ter hoogte van 200,00 AED en

- een verzekeringspas,

toebehorende aan [naam slachtoffer 5] ;

3.

hij op 10 oktober 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een schoudertas, inhoudende

- een identiteitskaart en

- een paspoort en

- een rijbewijs en

- twee bankpassen en

- een portemonnee en

- hartmedicatie

toebehorende aan [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 7] ;

4.

hij op 15 mei 2016 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee, inhoudende

- een identiteitskaart en

- een rijbewijs en

- een bankpas en

- één of meerdere foto's en

- een geldbedrag ter hoogte van 400 euro,

toebehorende aan [naam slachtoffer 8] .

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5 Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:

1 Diefstal door twee of meer verenigde personen;

2. Diefstal door twee of meer verenigde personen; 3. Diefstal door twee of meer verenigde personen; 4. Diefstal.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

6 Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.

De verdachte is dus strafbaar.

7 Motivering straf

7.1.

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2.

Feiten waarop de straf is gebaseerd

De verdachte heeft samen met een ander drie diefstallen gepleegd. Alleen heeft hij nog een vierde diefstal gepleegd. Steeds ging hij een hotel binnen, waar hij (uit) bagage van gasten van dat hotel stal. Dit zijn op zichzelf al zeer ergerlijke feiten die voor veel overlast zorgen. In dit geval leverden de diefstallen extra overlast op, omdat de slachtoffers buitenlandse toeristen betroffen wier geld en identiteitsbewijzen werden weggenomen. De verdachte heeft daarentegen slechts oog gehad voor zijn eigen gewin.

7.3.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.3.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 februari 2017, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

7.4.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gezien de ernst van de feiten kan daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Omdat van het onder 4 ten laste gelegde, anders dan door de officier van justitie is gevorderd, niet bewezen verklaard is dat verdachte het feit tezamen en in vereniging met een ander begaan heeft, zal de door de officier van justitie geëiste straf enigszins gematigd worden.

Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.

8 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10 Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 106 dagen;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. J.B. Smits, voorzitter,

en mrs. H.J.M. van der Kaaij en M.M. Dolman, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 maart 2017.

De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij op of omstreeks 05 oktober 2016 te Rotterdam

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen

een rugzak, inhoudende

- een portemonne (kleur oranje) en/of

- een laptop (merk Apple) en/of

- een geldbedrag ter hoogte van 5000 euro en/of

- een APEC Travel Card en/of

- drie, althans één of meerdere, paspoort(en),

in elk geval enig goed en/of geldbedrag

geheel of ten dele toebehorende aan

- [naam slachtoffer 1] en/of

- [naam slachtoffer 2] en/of

- [naam slachtoffer 3] en/of

- [naam slachtoffer 4] ,

in elk

geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht

2.

hij op of omstreeks 27 oktober 2016 te Rotterdam

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rugzak,

inhoudende

- een portemonnee (kleur zwart) en/opf

- drie, althans één of meerdere, betaalpas(sen) en/of

- een rijbewijs en/of

- een identiteitskaart en/of

- een geldbedrag ter hoogte van 200,00 AED en/of

- een verzekeringspas,

in elk geval enig goed en/of geldbedrag

geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 5] , in elk

geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn

mededaders;

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht

3.

hij op of omstreeks 10 oktober 2016 te Rotterdam

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen

een (schouder)tas, inhoudende

- een identiteitskaart en/of

- een paspoort en/of

- een rijbewijs en/of

- twee, althans één, bankpas(sen) en/of

- een portemonnee en/of

- hartmedicatie

in elk geval enig goed,

geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 7] , in elk

geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn

mededaders;

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht

4.

hij op of omstreeks 15 mei 2016 te Rotterdam

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen

een portemonnee, inhoudende

- een identiteitskaart en/of

- een rijbewijs en/of

- een bankpas en/of

- één of meerdere foto's en/of

- een geldbedrag ter hoogte van 400 euro,

in elk geval enig goed en/of geldbedrag

geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 8] , in elk

geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn

mededaders;

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature